Instemming plaatsing mijnbouwinstallaties
Het plaatsen van een voor de winning bestemde mijnbouwinstallatie behoeft instemming van de Minister van Economische zaken. Het verzoek tot instemming wordt uiterlijk acht weken voor aanvang van de beoogde plaatsing van de mijnbouwinstallatie ingediend
Aanvraagformulier: Plaatsing mijnbouwinstallaties
Mijnbouwwet: artikel 1, onderdeel o en artikel 141a
Mijnbouwbesluit: afdeling 5.2, artikelen 41-66 en artikel 168
Mijnbouwregeling:
Deelname van EBN: Instemming overeenkomst van samenwerking
In de Mijnbouwwet is in afdeling 5.2.1, artikelen 81 t/m 88, geregeld dat op verzoek van de vergunninghouder EBN kan deelnemen in opsporingswerkzaamheden. EBN en de vergunninghouder zullen in dat geval voor hun gezamenlijke rekening de opsporingswerkzaamheden verrichten. In afdeling 5.2.2., artikelen 89 t/m 97 van de Mijnbouwwet, is vastgelegd dat de Staat EBN kan aanwijzen om in de winning te participeren. Net zoals bij de opsporing is het belang van de vergunninghouder vastgesteld op 60%, dat van EBN op 40%. Beide vormen van deelneming wordt via een overeenkomst van samenwerking tussen EBN en de vergunninghouder vastgelegd. Ook deze overeenkomst behoeft goedkeuring van de minister. Voor meer informatie zie ook: EBN
Aanvraagformulier: Overeenkomst van Samenwerking
Mijnbouwwet: Afdeling 5.2, artikelen 81-97b
Mijnbouwbesluit:
Mijnbouwregeling: