Details DGM-diep V4 onshore

Methode

Het modelleerproces komt overeen met de methodiek die binnen de E&P industrie wordt gebruikt voor exploratiedoeleinden. Het modelleerproces omvat de interpretatie van de horizons in 3D en 2D seismiek in het tijddomein (TWT). Tijdgrids ontstaan door interpolatie van de seismische horizon interpretatie (convergent gridding algoritme). Vervolgens wordt een conversie naar het diepte domein gemaakt met een snelheidsmodel, opgebouwd uit acoustische logdata en checkshot gegevens. De geinterpreteerde stratigrafische markers ondersteunen de identificatie van horizons in de seismische data en ze bieden controle met betrekking tot de juiste diepte op de locatie van de boring na tijd-diepteconversie. Na de tijd-diepteconversie worden de verschillen tussen gekarteerde horizon en putdiepten geanalyseerd en in het model gebied gegrid met een kriging algoritme. Abnormaal hoge verschillen veroorzaakt door geologische structuren, zoals zoutkoepels en breuken, worden geidentificeerd en lokaal gecorrigeerd. Met dit proces worden niet alle afwijkende gegevens geëlimineerd en het mag duidelijk zijn dat verschillen kunnen worden gegenereerd in alle stappen van de modelering. Het verkregen grid van residuen (verschillen in diepte tussen laag en put) wordt gecombineerd met de tijd-dieptegrids en omgezet in een stratigrafisch model, dat de dieptewaarden in de boringen honoreert (zie ook Kombrink et al., 2012). Als laatste worden de onzekerheden van de modellen bepaald door het berekenen van standaardafwijking (SD) op basis van stochastische simulaties van de horizons. Dit gebeurt voor alle laageenheden.

Model eenheden

Het DGM-diep v4.0 model bestaat uit de geometrisch samenhangende opeenvolging van 11 seismische geinterpreteerde horizons en één horizon geconstrueerd op basis van dikte. De horizons zijn gemodelleerd met 250x250m grid resolutie. De seismisch geinterpreteerd horizons beschrijven (ongeveer) de bases van de volgende lithostratigrafische eenheden: de Limburg Groep (DC, Laat-Carboon), Zechstein Groep (ZE, Laat-Perm), de Onder- en Boven-Germaanse Trias groepen (RN + RB, Trias), de Altena Group (AT, Vroeg- en Midden-Jura), de Schieland en Nedersaksen groepen (S, Laat Jura - Vroeg-Krijt), de Rijnland Groep (KN, Vroeg-Krijt), de Krijtkalk Groep (CK, Laat-Krijt - Vroeg-Paleogeen), de Onder- en Midden-Noordzee groepen (N, Paleogeen) en de Boven-Noordzee Groep (NU, Neogeen). Twee horizons zijn geinterpreteerd op respectievelijk subgroep- en formatieniveau: de basis Caumer Subgroep (DCC) en de Posidonia Schalie Formatie (ATPO; Toarcien, ongeveer basis Midden-Jura). De basis van de Onder- en Boven-Rotliegend groepen (RV+RO, Perm) is berekend door een diktegrid gebaseerd op putdata bij de diepte van de basis Zechstein Groep op te tellen.

Data updates DGM-deep v4.0

Figuur 3 toont de aandachtsgebieden van het onlangs vrijgegeven onshore DGM-diep v4.0 model. Het model is gebaseerd op een ingrijpende (her-)interpretatie van onshore 3D seismische surveys. In de Roerdalslenk (Kenozoisch model) en in de Provincie Limburg, zijn analoge 2D seismische lijnen gevectoriseerd en de digitale lijnen zijn opnieuw geinterpreteerd. Voor het DGM-diep v4.0 gebied zijn 894 putten geselecteerd voor verder gebruik in het model. Alle boringen werden eerder geinterpreteerd voor voorgaande versies van DGM-diep (v1.0-v2.0) en een aantal extra putten in de Roerdalslenk zijn opnieuw geinterpreteerd.
Het onshore-tijd model is naar diepte geconverteerd met het VELMOD-3 snelheidsmodel. Dit is een update van VELMOD-2 (meer informatie, zie Van Dalfsen et al., 2006 en VELMOD-1 & VELMOD-2). De kaart van VELMOD-3 putten toont de locatie van alle onshore putten die zijn gebruikt om de snelheidsgrids samen te stellen (locatie kaart VELMOD-3). 833 uit 1636 on- en offshore putten zijn geraadpleegd voor het onshore VELMOD-3 snelheidsmodel.
Tijdgrids worden afgesneden op vooraf gedefinieerde laaggrenzen en vervolgens samengevoegd tot één samengesteld model in het tijddomein. Deze laaggrenzen die in eerdere studies (DGM-diep v1.0 en 2.0) gedefinieerd werden, zijn opnieuw bewerkt in gebieden met nieuwe 3D seismische interpretaties. Breukenpolygonen zijn opgenomen in het convergente gridding proces in gebieden met 2D seismische interpretaties omdat interpolatie met een schaarse dataset zou leiden tot slecht gedefinieerde breuklijnen. Breukpolygonen die zijn gebruikt in de interpolatie komen uit een recent verbeterd breukenmodel in de Roerdalslenk en uit DGM-diep v2.0 in de rest van het 2D-gebied.

Producten DGM-diep v4.0

De informatie over de modeleenheden worden uitgeleverd in ArcGis formaat en ZMAP formaat. Welke informatie per stratigrafisch interval beschikbaar is, is te zien op de subpagina DMG-diep V4